Laag voor laag word ik opgebouwd;
het begint redelijk grof
ter verzachting wat koolblad,
tussen de plooien kalkpoeder en
als sappig contrast: prikkelende stengeltjes .
" ...., dat is goed voor hem, dan pubert
hij niet zo lang, is-ie gauw rijp ".
Verwonderd hoor ik dit alles aan,
maar het is waar:
ik groei en ik broei.
Er kriebelt een koortsmeter in mij:
"..... kijk hij gloeit ! "
Wolken dampend om zoveel doorgronding.
Is dit nu de gelukzaligmakende kringloop
van lasagna naar fijnmazig kruim ?
Is dit de weg tot reincarnerende perfektie,
van bodembevruchter tot nazaatjes ?
Dus vraag ik jullie:
voedt mij dan constant, uit het aparte perkje,
de voorraadschuur met brandnetelmanna.
Een compost-luisteraar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten