Simpele soep met Thaise invloeden. Koud ook lekker, en met genoeg pit om je op een hete dag weer op te peppen.
Snijd 3 middelgrote preien (of twee kleine courgettes) aan stukken. Schil een royaal pond lekkere aardappelen (hoeveelheden nemen niet zo nauw) en snijd ze aan stukken. Doe de groente met de piepers in een pan met ¾ liter water of bouillon. Doe er twee plakjes gember en een gekneusde steel citroengras bij. Breng met een beetje zout (of bouillonpoeder) aan de kook en laat alles in een half uurtje lekker gaar koken. Maak intussen gremolata: stop een fijngesneden rode peper (zonder pitjes en zaadlijsten) in een vijzel met een dikke teen fijngesneden knoflook, een handvol fijngesneden peterselie en/of korianderblaadjes (of zaadjes), de fijngesneden schil van een halve citroen, een paar druppeltjes citroensap en een snufje zout. Stamp dit door elkaar tot een heerlijk kruidig geurend mengsel. Vis de gember en het citroengras uit de pan. Pureer de soep. Giet 2 dl kokosmelk bij en warm hem door. Voor koude soep: laat afkoelen. Maak in geval je de soep koud eet pas later, want die is vers op zijn lekkerst. Serveer en laat ieder een schep gremolata naar smaak aan zijn/haar soep toevoegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten